Wilhelmus Walterus Huijbregts, geboren
27 januari 1895 te Tilburg (zoon van Johannes Cornelis Huijbregts en
Johanna Candro toen woonachtig aan de Leostraat 24 te Tilburg.
Samen met Alphonsus Theodorus van de Sande (Fons), geboortig van en
wonende in Tilburg, oud 13 jaar en draadmaker van beroep, moet
Wilhelmus Walterus Huijbregts (Willem), 19 jaar oud en eveneens
draadmaker van beroep, geboren in en woonachtig in Tilburg, zich
voor de rechtbank te Breda verantwoorden voor het plegen van
diefstal.
Opmerkelijk is dat Willem niet ter zitting verschijnt.
Er is proces verbaal opgemaakt door hoofdagent J.C. der Wens en het
vonnis luidt dat Fons wordt vrijgesproken en dat Willem schuldig is
aan het plegen van diefstal en veroordeeld tot een geldboete van FL.
20 (thans € 212,58) op 22 januari 1914.
(Bron: Tilburgsche courant 28 november
1913)
Wat was er gebeurd ?
Op 27 november van het jaar 1913 hadden beide jongens afgesproken
zich 5 stukken loden buis toe te eigenen die toe behoorden aan de
Fa. André van Spaandonk aan de Koestraat te Tilburg, waarbij zij
beiden sinds februari dat jaar in dienst waren. Zij zijn toen samen
naar een droogzolder boven hun werkkamer gegaan. Ieder van hen brak
vervolgens een buis in stukken. Fons stak vervolgens een van die
stukken onder zijn kiel, terwijl Willem een stuk onder zijn trui
verborg. Samen verborgen zij nog drie stukken in een blauwe
werkkiel, die aan Willem toebehoorde. Daarna begaven zij zich beiden
naar hun werkkamer. Willem droeg de blauwe kiel met de drie stukken
buis naar beneden.
Tegen 6 uur op diezelfde dag verlieten zij de fabriek, niet dan
nadat zij beiden het stuk lood dat zij onder hun kleding hadden
verborgen in hun zak hadden gedaan. Fons droeg de blauwe kiel met
inhoud. Samen zijn zij toen naar de bergplaats van opkoper Van Riel
gegaan aa de Stedekestraat te Tilburg. Fons gaf zijn stuk lood aan
Willem die vervolgens alleen bij Van Riel het erf opging. Samen
zouden zij de opbrengst delen, was afgesproken. Fons bleef buiten
wachten terwijl Willem binnen met de knecht van Van Riel
onderhandelde.
Ondertussen passeert toevallig veldwachter Der Wens. Omdat Fons zich
probeert te verbergen en zich dus verdacht gedroeg, ondervraagt de
agent hem. Fons geeft na enig aandringen alles grif toe.
De knecht wordt vervolgens ondervraagd, maar die stelt dat er
inderdaad een jongen geweest is, maar dat hij die heeft weggestuurd.
Die jongen had hem 5 stukken lood aangeboden, ter waarde van F. 1,80
(thans Fl. 23,42), maar omdat de knecht het niet vertrouwde had hij
de jongen weggestuurd.
Der Wens heeft daarop nog gezocht op het terrein naar Willem, maar
hem niet gevonden. Daarop heeft hij Fons meegenomen naar het bureau,
waarna hij naar het huis van Willem is gegaan om hem op te halen.
Terug op het bureau verklaart Fons dat hij samen met Willem
toevallig die buizen had zien liggen en zij samen besloten ze te
stelen. In de schafttijd zijn zij beiden naar boven gegaan. Fons
bleef op de uitkijk staan en Willem zou de 2 buizen in 5 stukken
hebben gebroken. De rest van het verhaal kennen we. Fons zegt nog
wel dat Willem op de vraag wat zijn aandeel in de buit zou zijn hij
antwoordde: Dat zullen we nog wel zien.
Fons vertelt nog dat hij Fl. 3,40 (= thans € 31,89) per week
verdient.
Het verhaal van Willem wijkt enigszins af vanaf het aanbieden van
het lood aan de knecht. Die zou het lood graag aangenomen en gewogen
hebben. Het zou € 1,80 waard zijn. Daarna was hij een kantoor
ingegaan. Na enkele momenten kwam hij terug gaf het lood terug en
zei dat hij het niet kon gebruiken. Willem moest het lood maar weer
meenemen. Op dat moment zag Willem Van de Sande met de agent het erf
opkomen. Hij besloot het lood achter wat oud ijzer te verbergen en
snel het erf af te gaan.
De agent is na dit verhaal met Willem terug gegaan naar de opkoper,
waar de laatste hem de bergplaats aanwees.
Je moet je realiseren dat Fl. 20,- in 1913 een zelfde koopkracht had
als € 212,58 nu.(Bron: Int. Inst. voor Soc. Geschiedenis)
|